Geschiedenis

Dankzij de opgravingen in Tell Tweini weten we dat de stad in het 3de millennium v. Chr. (Vroege Bronstijd) al bewoond was. Op de tell werden verder enkele graven uit de Midden-Bronstijd gevonden met heel wat aardewerk en o.a. een gefenestreerde bronzen bijl. Gelijkaardige vondsten zijn ook bekend uit Ugarit en Egypte.
 
Gibala werd voor het eerst vermeld in een document toen Niqmepa koning was in Ugarit. Dit tablet, geschreven in het Akkadisch, is een verdrag tussen Niqmepa en koning Abdi’anati van Siyannu. Siyannu lag ten zuiden van Ugarit. In het verdrag worden de plaatsnamen opgesomd die toebehoren aan het koninkrijk van Ugarit en dat van Siyannu. In de lijst met de Ugaritische namen verschijnt gi5-ba-la. Het is de meest zuidelijke havenstad van het Ugaritische rijk.
Rond 1200 v. Chr. stort het politieke systeem in Ugarit in elkaar onder druk van de invasies van de Zeevolkeren. Ugarit wordt volledig verwoest en nooit meer heropgebouwd. Uit onze opgravingen te Tell Tweini blijkt dat deze site de invasie van de Zeevolkeren doorstond.
In het 1ste millennium v. Chr. wordt Gibala een belangrijke Fenicische havenstad van waaruit handel wordt gedreven met Egypte, Mesopotamië en de Egeïsche wereld.
Na de invasie van de Zeevolkeren was er geen centrale macht meer in Syrië. Verschillende Aramese groepen vestigden zich in het gebied en stichtten kleine staatjes. De Neo-Assyrische staat was de eerste om Syrië te veroveren. Hij werd vervangen door de Neo-Babylonische staat onder leiding van Nebukadnezar II, daarna door de Achaemenidische dynastie.
Van al deze ‘veroveraars’: de Zeevolkeren, Assyriërs, Babyloniërs en Perzen vinden we sporen terug in Tell Tweini. Dit maakt het onderzoek van deze site tot een intrigerende studie van ‘multiculturaliteit’. 
 
Samenvattend kan men stellen dat de opgravingen te Tell Tweini hebben aangetoond dat de stad wellicht gecreëerd werd tijdens het 3de millennium v. Chr. Ze bleef bewoond tot de komst van Alexander de Grote. Dan wordt ze verlaten en wordt er een typische ‘Hellenistische’ stad uitgebouwd op één km westwaarts nabij de Middellandse Zee, onder de huidige stad Jebleh.

Van Grieken en Romeinen

De beste informatie voor deze periode komt uit de munten die geslagen werden in Gabala vanaf het laatste kwart van de 3de eeuw v. Chr. Deze munten tonen aan dat Gibala een onafhankelijke stad was. De stad begon zelfs een eigen tijdrekening. 

De eerste Christenen 

Volgens de legende hebben Petrus, Paulus en de heilige Clemens de stad bezocht en werden door de christenen die daar leefden relikwieën van Johannes de Doper en van Christus bewaard. Gabala werd de zetel van een bisdom vanaf 325 n. Chr. Eén van de beroemdste bisschoppen was Severianus van Gabala, voornamelijk bekend door zijn edicten. 

Van de Byzantijnen tot de Turken

Gabala maakte in de Byzantijnse periode niet langer deel uit van de provincie Syria Prima maar wel van een nieuwe provincie Theodorias. Gabala verschijnt op de Tabula Peutingeriana samen met de steden Antiochië en Laodicea.
 
In 638 n. Chr. wordt Syrië veroverd door Kalief Muawiya. In Gabala wordt een nieuw fort gebouwd net buiten de bestaande stad. Door de Kruisvaarders wordt de stad beschouwd als extreem rijk. Op 2 maart 1099 wordt ze belegerd door Godfried van Bouillon en Robert van Vlaanderen maar pas een eeuw later slagen de kruisvaarders er ook in om de stad in te nemen. Er wordt opnieuw een bisschop aangesteld en onder de naam Zifel groeit de stad uit tot één van de belangrijkste in het Frankische Rijk. In de 15de-16de eeuw palmen de Mamlukken de stad opnieuw in. Ten slotte wordt de stad geïntegreerd in het rijk van de Turkse Ottomanen.